NISPA Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction

Richtlijn Detoxificatie psychoactieve stoffen

Vraag en doelstelling

Het uitgangspunt van detoxificatie is dat klachten en symptomen, die ontstaan door de onthouding van middelen, zo worden behandeld dat de onthouding veilig en voor de patiënt zo comfortabel mogelijk verloopt. Daartoe is er in 2004 een richtlijn Detox ontwikkeld (De Jong e.a.), welke gebaseerd is op de kennis en ervaring uit eerder uitgevoerde pilotstudies door Novadic-Kentron. Na 10 jaar was deze Richtlijn Detox toe aan een revisie. De meest recente literatuur is niet opgenomen in de versie van 2004. Een evaluatie van de richtlijn is slechts minimaal uitgevoerd. Instellingen die werken met de richtlijn hebben op diverse, maar niet gekende plaatsen wijzigingen in de oorspronkelijke richtlijn aangebracht. De beroepsgroepen van verslavingsartsen, psychiaters, verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en patiënten zijn onvoldoende bij de totstandkoming van de Richtlijn Detox van 2004 betrokken geweest. Er zijn nieuwe middelen op de gebruikersmarkt gekomen die niet beschreven zijn in de oorspronkelijke richtlijn. Het Masterprotocol van Resultaten Scoren was nog niet beschikbaar op het moment van ontwikkeling van de Richtlijn Detox. Hiertoe heeft het kenniscentrum verslaving ‘Resultaten Scoren’ het NISPA de opdracht gegeven de huidige richtlijn Detox te herzien op basis van de hedendaagse beschikbare kennis en eisen. 

Opzet

Het programma van eisen, dat is opgesteld op basis van de uitkomsten van enquêtes onder 41 behandelaren (artsen en verpleegkundigen), focusgroepgesprekken en het masterprotocol van Resultaten Scoren, vormde de basis van het nieuwe ontwerp van de richtlijn Detox. In de enquête werd behandelaren gevraagd wat zij goed vinden aan de huidige richtlijn Detox (d.d. 2004), wat er mist en wat er beter kan. In het programma van eisen is nauwkeurig omschreven wat er van de nieuwe richtlijn wordt verwacht. De richtlijn moet voldoen aan vele criteria die zijn onderverdeeld in 10 hoofdcategorieën, waaronder patiënt – en medewerkersgericht en een indicatie voor en visie over detoxificatie. Elf artsen hebben een literatuurstudie verricht naar detoxificatie van psychoactieve stoffen. De beschrijving van de bewijsvoering is gedaan volgens de evidence based richtlijn ontwikkeling (EBRO)-systematiek. Om uiteindelijk definitieve kaders te scheppen heeft reflectie plaatsgevonden aan de hand van het programma van eisen en de literatuurstudie. In de praktijk is het wenselijk om gebruik te maken van beknopte samenvattingen waarin de detoxprocedure snel is terug te lezen. Hiertoe zijn de hoofdstukken psychoactieve stoffen uit de nieuwe richtlijn samengevat in een handleiding als addendum bij de richtlijn. Aanvullend is er een werkboek voor de patiënt ontwikkeld met daarin informatie over verslaving en abstinentie en oefeningen waarmee de patiënt tijdens en na de detoxificatie aan de slag kan gaan. De oefeningen beogen de patiënt meer inzicht te bieden in zijn persoonlijke situatie en vaardigheden aan te leren in de omgang met problemen, zoals slaapproblemen, met als doel de behaalde behandelresultaten vast te houden.

Pilotstudie

Tijdens een pilotstudie binnen vijf instellingen voor verslavingszorg, te weten Novadic-Kentron, Mondriaan, Vincent van Gogh, Victas en Tactus zijn de handleiding en het werkboek voor de patiënt getest op toepasbaarheid en bruikbaarheid. In totaal werden 70 patiënten, die een detoxificatiebehandeling volgens de nieuwe richtlijn ondergingen, geïncludeerd in het onderzoek. Door en voor patiënten zijn tijdens de pilotstudie monitoringinstrumenten ingevuld om de gezondheid en het welbevinden van de patiënten te monitoren. Aanvullend hebben er interviews en focusgroepgesprekken met behandelaren en patiënten plaatsgevonden over de detoxificatiebehandeling.

Conclusie

Op basis van de uitkomsten uit de pilotstudie zijn de richtlijn en handleiding aangepast tot definitieve versies en online beschikbaar. Het werkboek is nooit definitief afgerond.  

Looptijd

2014-2016

Opdrachtgever

De stichting Resultaten Scoren.

Onderzoeksteam NISPA

Dr. Boukje Dijkstra (directeur NISPA, wetenschappelijk projectleider)
Drs. Maureen van Oort (wetenschappelijk medewerker NISPA)
Dr. Arnt Schellekens, directeur NISPA, psychiater Radboudumc
Dr. Hein de Haan, psychiater, eerste geneeskundige Tactus
Prof. dr. Cor de Jong, emeritus hoogleraar verslaving en verslavingszorg

Contactpersoon

Boukje Dijkstra

© 2024 Nispa ® alle rechten voorbehouden.