NISPA Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction

Richtlijnontwikkeling opiaatbehandeling

De ontwikkeling van de handreiking Opiaatonderhoudsbehandeling

2016-2021

Waarom deze handreiking?

Een opiaatonderhoudsbehandeling behoort tot de meest effectieve interventies voor mensen met een opiaatverslaving. Door middel van opiaatonderhoudsbehandeling is stabilisatie over langere termijn te bereiken. De handreiking Opiaatonderhoudsbehandeling voor de zorg aan patiënten met een opiaatverslaving heeft als doel de kwaliteit van de uitvoeringspraktijk van de opiaatonderhoudsbehandeling verder te bestendigen. Het gaat om verantwoorde behandeling met opiaatvervangers en/of medische heroïne en het inrichten van een professionele organisatie in de huidige methadon- en heroïneverstrekking. Professionals die werken met patiënten met een opiaatverslaving hebben met deze handreiking een praktisch en overzichtelijk instrument in handen om hun patiënten kwalitatief goede zorg en behandeling te kunnen bieden. Met name binnen de medische heroïneverstrekking vindt de behandeling plaats aan de hand van strikte voorschriften. Deze voorschriften vindt u in deze handreiking.

Wat hebben we gedaan?

Er hebben verschillende projecten plaatsgevonden die geleid hebben tot de huidige handreiking. 

In 2016-2017 zijn verschillende documenten geïntegreerd tot een (concept-)uitvoeringsprotocol Opiaatonderhoudsbehandeling. Dit protocol verving de RIOB en het handboek MHU. De versie van dit uitvoeringsprotocol was niet geactualiseerd; het was een ‘beknopte’ samenvoeging van informatie uit bestaande richtlijnen en handboeken. Sommige aspecten rond de zorg voor patiënten met een opiaatverslaving waren achterhaald, inhoudelijk maar ook op het gebied van wenselijke normeringen.

In 2018-2019 werd in een vervolgproject op basis van praktijkkennis, ervaringskennis en de huidige beleidscontext het uitvoeringsprotocol geactualiseerd op de volgende vier thema's: personeelsmix, aantal behandelcontacten, integreren van MHU en methadonverstrekkingsposten en thuisbehandeling. Aanvullend werd informatie toegevoegd over thuisbehandeling, werd informatie over Somatiek en Infectiezieken en Somatisch Onderzoek Opiaatverslaving (SOO) geïntegreerd, en werden consulten uitgeschreven. De revisie van deze versie is tot stand gekomen op basis van intensieve input van vertegenwoordiging van diverse verslavingszorginstellingen, GGD, het Ministerie van VWS en cliëntvertegenwoordiging. Zij zijn tussentijds meerdere keren geraadpleegd (zowel in fysieke bijeenkomsten als per mail). Praktijkkennisis is met een vragenlijst opgehaald bij medewerkers uit de uitvoeringspraktijk van negen verschillende instellingen die verslavingszorg bieden: Amethist, Brijder, Emergis, GGD Amsterdam, IrisZorg, Mondriaan, Tactus, Vincent van Gogh voor GGZ, VVN. De resultaten van deze inventarisatie zijn gepresenteerd en besproken in drie bijeenkomsten, met vertegenwoordingers van alle kwaliteitsfunctionarissen en beleidsmedewerkers, vertegenwoordigers van beroepsgroepen, bestuurders, en cliënten. Op basis van deze informatie is het protocol aangepast, en voorgelegd in een laatste feedbackronde aan de begeleidingscommissie en experts. 

In 2019-2020 zijn op basis van actuele wetenschappelijke kennis en praktijkervaring verschillende inhoudelijke en beleidsmatige aspecten van het uitvoeringsprotocol verder aangepast of geactualiseerd. De naam van het uitvoeringsprotocol werd aangepast in handreiking en is door alle betrokken VKN leden goedgekeurd. 

Wat hebben we gevonden?

De huidige handreiking is een beknopte samenvoeging van informatie uit de volgende bestaande richtlijnen en handboeken: 

  • De Richtlijn Opiaatonderhoudsbehandeling (RIOB) (Loth, Wits, De Jong, & Van de Mheen, 2012)
  • De Manual onderzoek heroïne op medisch voorschrift (CCBH/Kendle, 2000) / het Handboek Behandeling met Heroïne op Medisch Voorschrift – veldnormen (ofwel handboek Medische Uitgifte Heroïne, MHU) (CCBH, 2010).
  • Uitvoeringsprotocol ‘Opiaatonderhoudsbehandeling bij heroïneverslaving met medische heroïne, methadon en buprenorfine’ (Dijkstra, van Straaten, van Tongeren, Wits, 2019)

De handreiking vervangt bovenstaande documenten en sluit daarnaast aan op de volgende richtlijnen en zorgstandaarden:

  • De Multidisciplinaire richtlijn (MDR) opiaatverslaving (Van den Brink, Van de Glind, & Schippers., 2013)
  • De Richtlijn Detoxificatie van psychoactieve stoffen (Dijkstra et al., 2017)
  • De Zorgstandaard Opiaatverslaving (Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz, 2017)
  • Het Somatisch Onderzoek bij Opiaatverslaving (SOO). Een praktische handreiking voor artsen, verpleegkundig specialisten (De Gee, A., Laghaei, F. & Van der Poel, A. (red), 2016)
  • Handreiking Somatiek & Infectieziekten voor opiaatafhankelijke patiënten in de Verslavingszorg (Netwerk Infectieziekten & Harm Reduction, 2016).

In de handreiking is de taakverdeling van onder andere artsen, verpleegkundigen, verzorgenden en behandelaren niet vastgelegd. Het is aan de instellingen zelf om, met in achtneming van het BIG register en de kwaliteitsstatuten, de taken te verdelen. Tevens hebben instellingen de ruimte om, daar waar mogelijk en wenselijk is, de MHU’s, methadonverstrekkingsposten of overige posten te integreren.

Wie zijn betrokken?

Het project wordt gesubsidieerd door Verslavingskunde Nederland. NISPA en IVO werken samen in dit project, in samenwerking met verschillende verslavingszorginstellingen in Nederland. De volgende personen zaten in het projectteam:

  • Dr. Boukje Dijkstra (directeur en onderzoeker NISPA)
  • Marjolein van Tongeren (verpleegkundig specialist IrisZorg)
  • Ir. Elske Wits (onderzoekscoördinator IVO)
  • Dr. Barbara van Straaten (onderzoekscoördinator IVO)

 

© 2024 Nispa ® alle rechten voorbehouden.