NISPA Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction

Percepties en behoeftes

GHB verslaving: ziektepercepties en behandelbehoeftes

2015-2016

Waarom dit onderzoek?

Tijdens GHB monitor 1.0 zijn verpleegkundigen geïnterviewd met de vraag wat zij als belangrijkste oorzaak van de hoge terugval onder GHB verslaafden zien. Zij omschreven GHB verslaafden als zeer kwetsbare patiënten met ‘weinig ziekte-besef en ziekte-inzicht’. Hiermee verwezen ze naar uitspraken van patiënten die, ondanks hun afhankelijkheid en de levensbedreigende crisissituaties, vooral de positieve kanten van GHB gebruik benoemden. Daarnaast dachten veel gebruikers ook dat ze controle hadden over hun gebruik, hoewel ze meermaals snel terugvielen na een korte periode van abstinentie. Daarbij leken patiënten zich hun vele psychische, somatische en psychosociale klachten niet of nauwelijks te koppelen aan hun GHB gebruik. Het middel werd beschouwd als een oplossing voor deze problemen. Hulpverleners zagen dit als belangrijke oorzaak voor de hoge terugval in gebruik (Dijkstra e.a., 2013). Deze visie kwam ook in GHB monitor 2.0 weer naar voren (Beurmanjer e.a., 2016). De studie had als doel inzicht te verwerven in het beloop van GHB gebruik en de ziekteperceptie van GHB patiënten, en de zorgbehoefte in te kaart brengen. Met deze studie probeerden wij de volgende vragen te beantwoorden:

  1. Wat zien patiënten met GHB afhankelijkheid als hun belangrijkste problemen en hoe zijn deze ontstaan?
  2. Hoe zien patiënten met GHB afhankelijkheid hun afhankelijkheid en de gevolgen hiervan?
  3. Wat moeten volgens patiënten met GHB afhankelijkheid de belangrijkste pijlers zijn van hun behandeling en wat hebben ze nodig om niet terug te vallen in gebruik?

Wat hebben we gedaan?

We hebben 20 (ex-)patiënten geïnterviewd die behandeling voor hun GHB afhankelijkheid hebben gekregen bij verslavingszorginstelling. Deze kwalitatieve methodiek is geschikt om ervaringen in kaart te brengen en wordt vaak toegepast bij moeilijk toegankelijke onderzoeksgroepen en bij doelgroepen waar nog weinig over bekend is. 

Wat hebben we gevonden?

De resultaten van deze kwalitatieve studie laten zien dat patiënten vooral problemen ervaren op het moment dat ze stoppen met gebruik. Opnieuw GHB gebruiken wordt dan ook gezien als de oplossing voor hun problemen. Er lijkt sprake van een  vicieuze cirkel waarbij psychische klachten, GHB gebruik, lichamelijke afhankelijkheid, detoxificatie, rebound van psychische klachten en terugval elkaar in stand houden. Aanvullend hierop kan gesteld worden dat GHB in de perceptie van de patiënt enkel sterk belonende effecten lijkt te hebben en dat er niets is dat dit effect op korte termijn kan vervangen. Dit maakt stoppen met GHB extra lastig en vraagt veel van patiënten. Dit beeld sluit aan bij de perceptie van hulpverleners zoals gerapporteerd in de GHB monitors 1.0 en 2.0. Het is daarom ook niet vreemd dat de hulpvraag van deze groep patiënten zich vooral richt op psychische klachten, slaapproblemen, psychosociale problemen, huisvesting en dagbesteding, en minder op het middel GHB zelf. De diversiteit aan problemen, de hoge crisisgevoeligheid, en het acute begin van behandeling biedt hierin voor hulpverleners een grote uitdaging. Hoewel het zeker van belang is dat hulpverleners zich naast de verslaving ook richten op bovengenoemde langetermijn thema’s, is dit lastig wanneer patiënten snel uit behandeling vertrekken. Het opbouwen van een therapeutische relatie, het ondersteunen van de patiënt, en het behouden/vergroten van motivatie zullen daarom in het begin van de behandeling belangrijke thema’s zijn.

Wie zijn betrokken?

Het project is financierd door het ministerie van VWS. Het project werd uitgevoerd door NISPA in samenwerking met Novadic-Kentron en Jellinek. De volgende personen zaten in het projectteam:

  • Harmen Beurmanjer MSc. (Novadic-Kentron)
  • Eva Asperslag MSc. (Jellinek)
  • Cor Verbrugge (Novadic-Kentron)
  • Dr. Arnt Schellekens (Radoud UMC, NISPA)
  • Dr. Lisette Oliemeulen (NISPA)
  • Dr. Boukje Dijkstra (Novadic-Kentron, NISPA)
  • Prof. Dr. Cor de Jong (NISPA)

Publicaties

© 2024 Nispa ® alle rechten voorbehouden.